IJsselstein, 15 oktober 2021
Lieve Isa,
Vijf van de zeven dagen van de week ga je naar school. Je gaat ook nog eens twee dagen sporten. Je gaat ook twee dagen per week naar de BSO. Soms ga je logeren. Maar weet je wat je altijd doet?
Juist.
Je tas vergeten.
Elke schooldag zet mama of ik je tas netjes klaar. Er zitten gymkleren in, en ook wat reservekleren (je weet maar nooit wanneer je in de modder kan spelen). Je eten en je drinken zit er natuurlijk in. Soms zit er ook wat extra’s in, zoals vandaag. Vandaag had je boekenmarkt op school. Je mocht wat boekjes verkopen, en je mocht ook wat van anderen kopen. Superleuk. Daarom zaten er drie boekjes en een kleedje in je tas vandaag.
Maar het lijkt niet uit te maken welke dag het is, of wat er in je tas zit. Als we naar buiten gaan om de fiets te pakken, om jou naar school te brengen, vergeet je altijd je tas. Dus moet er altijd iemand terug naar binnen. Jij, of ik, of mama. Zolang die tas maar meegaat, want als dat niet gebeurt, krijg je trek op school. En dat moeten we niet hebben.
Mama en ik geven je meer en minder subtiele hints ‘s ochtends. Dat gaat van “hebben we alles?” naar “niks vergeten, Isa?” naar “Ies, waar is je tas?” Bij dit laatste heb je het vaak wel door, maarja, mama en ik willen graag dat je zelf aan je tas denkt, en dan moeten we het niet altijd voorzeggen. Of je tas voor je pakken. Is natuurlijk wel sneller, maar niet het doel.
Nouja, goed. Dan denk je, als we eenmaal met die tas op de fiets zitten, is het wel goed. Maar nee hoor, als we bij school zijn aangekomen, vergeet je de tas rustig nog een keer. Dan geef je ons een kus, knuffel, aai over de bol, en je loopt vrolijk het klaslokaal in. Zonder tas. En dan mogen wij, of zelfs de juf, je er nog even aan herinneren dat je iets mee naar binnen moet nemen. Dan zeg je “oja”, en je komt terugrennen. Ook leuk. Maar niet de bedoeling.
Zucht.
Ik hou van je!
Papa